Begraafplaatsen
Natuurlijk gingen er ook Romeinen dood. Die werden begraven of gecremeerd. Bij een crematie werden de asresten in een kuil gedaan. Soms in een sarcofaag, dat is een stenen grafkist, die aan de oppervlakte meestal gemarkeerd was. Volwassenen werden meestal gecremeerd, baby’s en jonge kinderen begraven. De doden werden bij elkaar op een grafveld begraven langs een van de wegen die de stad uit leiden. De overledenen kregen allerlei geschenken mee voor de reis naar het dodenrijk en het verblijf daar. Bijvoorbeeld aardewerk gevuld met voedsel en drank en persoonlijke bezittingen. Als de overledene rijker was, waren zijn grafgiften kostbaarder en groter. Baby’s en jonge kinderen kregen soms een zuigflesje of aardwerk mee. De meeste mooie voorwerpen die uit de Romeinse tijd bewaard zijn gebleven, zijn afkomstig uit graven. Heel bijzondere Romeinse begraafplaatsen waren de catacomben. Dat zijn ondergrondse begraafplaatsen en die werden vanaf de tweede eeuw na Christus rondom Rome aangelegd. Ze bestonden uit gangen die in de zachte rots werden uitgehakt, met daarlangs uithollingen waarin de doden werden begraven. Een reden waarom de catacomben werden aangelegd is dat er te veel ruimtegebrek was. Maar de catacomben werden vooral gebruikt door de vroege christenen in de tijd dat hun godsdienst nog verboden was. Zo konden zij in het geheim hun doden op christelijke wijze begraven.